Wijntripje naar Toscane: van Brunello di Montalcino tot kleine wijnboeren in de vallei

Een wijntripje in Toscane, dat klinkt toch als een feestje? Mooie heuvels, lekker eten, pittoreske dorpjes en de lekkerste wijnen. De bekendste druif uit Toscane is de Sangiovese. Zelf beschrijf ik die als cliché Italië in een fles: waan jezelf in een klein winkeltje waar allerlei zelfgemaakte producten liggen. Je ruikt de worsten en de hammen, de Italiaanse kruiden van oregano tot laurier en er staat een wulpse dame achter de toonbank.

Brunello di Montalcino

De beroemdste Sangiovese heet Brunello en komt het uit dorpje Montalcino. Net als alle beroemde wijnen moet Brunello aan veel eisen voldoen. Uiteraard moet hij binnen de grenzen van het Brunellogebied gemaakt worden én moet hij minimaal vier jaar gerijpt hebben voor hij de markt op mag, bij een Riserva is dat zelfs vijf jaar. De Brunello past perfect in de Toscaanse keuken: Cinghiale -wild zwijn- en gerechten met truffel zijn de specialiteit. Topcombinatie en natuurlijk te bestellen in het hele gebied.

Overigens heeft de Brunello nog een klein broertje: de Rosso di Montalcino. Deze mag na twee jaar rijpen op de markt worden gebracht.

En nu… proeven!

Brunelloboeren kun je makkelijk bezoeken, soms op afspraak maar je kunt ook binnenlopen. Barbi is een van de bekendste en daar krijg je een rondleiding door het wijnhuis. Dit is zeker een aanrader als je net de Brunellostreek leert kennen. Donatella Cinelli Colombini is een van mijn persoonlijke favorieten. Deze wijngaard wordt volledig door vrouwen gerund en zij maken een heerlijke Brunello. 

De Brunello van Wijngaard Donatella Cinelli Colombini

Wil je een keer iets anders zien? Ga dan naar Il Paradiso di Frassina! De wijnmaker speelt Mozartmuziek in zijn wijngaard, naar aanleiding van wetenschappelijk bewijs dat de wijnstokken op deze manier gezonder zijn, beter groeien en dit dus echt de kwaliteit ten goede komt.

Wil je juist meerdere wijnhuizen naast elkaar proeven? Ga dan langs bij een van de vele enoteca’s in het dorp. Aanraders zijn La Fortezza, midden in de burcht van Montalcino. Een van de eigenaren is Vlaams, dus hier heb je van een taalbarrière geen last. Maar ultiem vind ik de wijnbar Bacchus op het plein. Hier kun je lekker borrelen en ondertussen een proeverij doen hoe jij hem wil: de bediening is heel aardig en denkt graag met je mee. Voor de Italianen overigens echt een behoorlijk modern concept. 

De wijnen uit de vallei

Ben jij (of je portemonnee) de Brunello zat? Niet getreurd! Montalcino bevindt zich in de Val d’Orcia en in de hele vallei wordt veel wijn gemaakt. Uiteraard groeit hier veel Sangiovese, maar maken ze ook gebruik van andere druiven, zoals Merlot en Syrah. Een aantal wijnboeren is een collectief gestart om zo ook deze wijnen nog beter op de kaart te krijgen. Zo organiseren ze iedere zomer een festival Calici di Stelle. 

Wat mij altijd opvalt is dat je iedere keer weer hartelijk wordt ontvangen. Voor je het weet, heb je een bord salumi voor je neus en een stuk brood met huisgemaakte olijfolie. De wijnmakers zijn dolenthousiast en praten met passie over wijnen. Mijn favoriete plekken zijn: Poggio Grande, niet alleen de wijnen en de olijfolie is fantastisch, maar het uitzicht over de hele vallei is adembenemend. Vraag vooral even naar Scorbutico en zie of hij dan over de wijn begint of over het racepaard waar deze wijn naar vernoemd is en die een van de renpaarden van de beroemde Palio uit Siena is. 

Vlakbij Poggio Grande ligt Bagnaia. Zij hebben ook een bed & breakfast, waar je goed kunt verblijven. Last but not least is Campotondo. Dochter Elena is verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering, terwijl haar vader de scepter in de wijngaard zwaait. Met mooi weer proef je de wijn hier in hun tuin, waar je prachtig uitzicht hebt en zo nog meer kan genieten van al dat moois.

Heerlijk weer, gastvrije mensen, lekker weer en prachtige wijnen, Ik kan nu al niet wachten om weer terug te gaan!