Langs de oevers van de rivier de Ahr ligt één van de kleinste wijngebieden van Duitsland. Het gebied wordt geroemd om haar rode wijnen en eerder al betiteld als hét pinotparadijs. Ondanks dat de Ahr een klein wijngebied is en je er in een uurtje doorheen rijdt, laat het absoluut een grote indruk op je achter. De enorm steile hellingen, de prachtige uitzichten maar bovenal de grote kwaliteit- en stijlverschillen van wijnen zijn indrukwekkend.
Wijngebied Ahr
De Ahr is de op twee na kleinste streek van Duitsland. Het gebied omvat circa 539 hectare aan wijngaarden en levert jaarlijks zo’n 34.000 hectoliter wijn op. Bijna 80% van de productie is rood. Veel wijnboeren hebben een klein wijnareaal en zijn daarom aangesloten bij een wijncoöperatie. Naast een van de kleinste, is het ook een van de meest noordelijk gelegen wijnstreken. Het is gelegen op zo’n 50 graden NB en dat is op de rand waar wijnbouw mogelijk is. In de Ahr is de gemiddelde jaartemperatuur zo’n 10,4 graden Celsius. Vergelijkbaar met de Bourgogne dat ook bekend staat om haar kwalitatief goede pinot noirs. In de Bourgogne schijnt echter zo’n 1750 uur per jaar de zon, in de Ahr slechts 1480 uur per jaar. Dat dit gebied dus bekend staat om haar rode wijn is best opmerkelijk, omdat we weten dat blauwe druiven vaak meer warmte en zon nodig hebben om te rijpen.
Het bijzondere microklimaat
Er is iets bijzonders aan het Ahr wijngebied waardoor wijnbouw hier mogelijk is. Er is sprake van een bijzonder microklimaat. Zo liggen veel wijngaarden direct langs de rivier de Ahr. De rivier kronkelt in alle richtingen en speelt een belangrijke rol in de kwaliteit van dit gebied. De monding van de Ahr ligt op zo’n 54 meter boven zeespiegel en profiteert van het opwarmende effect van de Rijn. Door de snelle ‘klim’ van de rivier is dit effect echter snel weg, 12 kilometer verder ligt de rivier alweer op 100 meter hoogte. Het wijnbouwgebied Ahr ligt echter ook in de luwte van de Eifel en aan de zuidelijke rand van de Keulse Bocht. Dit tempert het plaatselijke klimaat waardoor het soms bijna een mediterraan karakter krijgt.
Het wordt ook niet voor niets het Ahrtal genoemd. Diep uitgesneden in het grondgebergte worden de wijngaarden beschermd door de kleine ruimte en rotsen. Dit is een natuurlijk scherm tegen de wind waardoor de zon de bodem optimaal kan verwarmen. De hellingen tegen die rivier aan zijn soms zo stijl dat er gebruik wordt gemaakt van terrassen. Het voordeel van die steile hellingen is de invalshoek van de zon. Waar in een warm gebied de hoge hellingen worden opgezocht voor verkoeling, liggen de betere wijngaarden in de Ahr juist laag richting het zuiden. Zo hopen de wijnboeren zoveel mogelijk van die zonnestralen mee te pakken. Vooral aan de linkeroever van de rivier liggen de betere wijngaarden, door gunstige ligging. Daarnaast speelt de bodem hier ook een grote rol. Het is vulkanisch gesteente met veel leisteen. Een donkere bodem met een bovenlaag van löss zorgt ervoor dat de warmte goed wordt vastgehouden. Zo blijft er ook ’s nachts een zekere balans in temperatuur behouden. Hierdoor kunnen ook druiven die noordelijk zijn gelegen toch goed rijp worden.
Hoe 'proeft' dat?
Ruim 60% van de aangeplante druivenrassen is de spätburgunder. Spätburgunder is voor velen ook wel bekend als pinot noir. Nu zijn er in de Ahr ook weer klonen aangeplant, zodat er een diversiteit aan druiven ontstaat, weliswaar van dezelfde druivensoort. Dit om de kwaliteit en het karakter te waarborgen. Het eerste dat opvalt aan een glas Spätburgunder uit de Ahr is de kleur. Anders dan andere pinot noirs die vaak licht robijnrood zijn zit hier een warme tint in. De wijn heeft aroma’s van donker rood fruit. Kersen, bramen en een aards bosachtig tintje. Ook subtiele kruiden van anijs en kaneel kun je soms terugvinden. Het zijn wijnen met zachte, ronde tannines en een soepele afdronk en een redelijk hoge zuurgraad. De wijnen zijn daarom erg lekker als je ze licht gekoeld drinkt. Leg de wijn een half uurtje van te voren in de koelkast en je drinkt ‘m op de perfecte temperatuur.